Cursusweekeinds met Sailing the North Sea
Bij Croeso Sailing kan je als (beginnende) zeiler voor een redelijke prijs zogenaamde “cursusweekeinds” boeken – dit zijn dan 4 weekeinds in het voor- en/of najaar (data zelf te kiezen) waarin je de praktische knepen van het vak kan leren.
Samen met mijn goede vrienden Patrick en Cindy besloot ik in 2002 zo’n pakket te boeken. Voor mij was 't gewoon een kans om 4 weekeinds aan een goedkopere prijs te kunnen gaan zeilen - voor Patrick en Cindy was het 't begin van hun "zeilloopbaan" (het koppel heeft een paar jaar na deze zeilweekeinds een eigen zeilboot gekocht).
Eerste weekeind : 6 en 7 april 2002
Het is al heel de week prachtig weer geweest, soms zelfs zo warm dat we in onze t-shirt konden rondlopen (20° !!!) – maar wat had je gedacht : voor het weekeind was de weersvoorspelling helemaal niet meer zo goed … De zon zou nog wel schijnen maar het zou nog maar 13° worden en de wind draaide naar het noordoosten. Dit wil dus zeggen : koude wind ! Bovendien werd ook zo’n 6 beaufort voorspeld.
Om 18u zijn Patrick en Cindy me komen afhalen en nadat we eerst nog wat boodschappen gedaan hadden zijn we naar Oostende gereden. Onze schipper, Walter, stond ons daar al op te wachten.
Nadat we kennis gemaakt hadden wist Walter ons te vertellen dat we morgen naar Breskens zouden varen (overleggen met de bemanning was blijkbaar niet meer nodig – dit is anders wel de gewoonte bij Sailing …) en hij vertelde ons ook waar we moesten slapen. Patrick en Cindy mochten in de punt slapen, hijzelf ging in de achterkajuit liggen (de ruimste plek !) en ik mocht heel de carré voor mezelf hebben. En blij dat ik was, ik heb een hekel aan slapen in de carré … Het is trouwens niet echt normaal dat je als schipper de beste plek voor jezelf opeist – normaal gebeurt de verdeling van de bedden in samenspraak met de bemanning !
Nadat we dan nog wat waren gaan drinken zijn we gaan slapen. Verrassing nummer drie volgde al snel : onze schipper snurkt ! En nog geen beetje ook … Grrr … Ik heb dus niet veel geslapen deze nacht !
We zijn de zaterdag om 8u opgestaan. En koud dat het was : slechts 6,5° - aan boord wel te verstaan ! Gelukkig hadden we verwarming. Cindy zette koffie en dan zei Walter dat, terwijl “de dames” naar de bakker gingen, hij wel samen met Patrick een ander voorzeiltje zou steken. Dat was dan verrassing nummer vier en een voorproefje van wat nog komen zou : dames aan boord dienen blijkbaar voornamelijk voor het koken, om af te wassen en om boodschappen te doen. Het échte werk da’s voor de mannen.
We hebben ontbeten, we hebben (uit voorzorg) ons pilleke tegen zeeziekte genomen en om 10u zijn we vertrokken. Zoals al gezegd was het plan om naar Breskens te varen. Er stond veel wind (6 à 7 beaufort) en gezien de richting van waaruit de wind kwam zouden we moeten opkruisen om ons doel te kunnen bereiken. Geen pretje hoor, met zo’n wind ! De fok werd maar voor drie kwart uitgerold en we zijn vertrokken met twee reven (onderweg is daar nog een derde bijgestoken) maar we gingen gemiddeld nog steeds 5 knopen vooruit (door het water dan). We kregen regelmatig een lading water over ons heen, en op zo’n moment ben je dan echt wel blij dat je een goed (en vooral : waterdicht) zeilpak aanhebt – het water was namelijk nog wreed koud ! De handschoentjes die Patrick en Cindy gekocht hadden bleken echter niet te voldoen en Cindy haar handen waren dan ook in een mum van tijd ijskoud. Idem voor haar zeilbottekes : die hielden haar voeten absoluut niet warm. Resultaat was natuurlijk dat Cindy na een tijdje stijf bevroren was van de kou. Ocharme !
Patrick heeft veel gestuurd en het moet gezegd worden dat hij dat heel goed deed. Het was zelfs zo dat wanneer Patrick stuurde de fok opmerkelijk minder flapperde dan wanneer Walter stuurde. Met de schipper aan de helmstok hebben we trouwens drie keer een mislukt overstag manoeuvre gehad. En maar roepen tegen ons hé ! Ik kon zijn uitleg wel volgen omdat ik al wat ervaring had, maar Cindy bijvoorbeeld wist de helft van de tijd niet wat hij bedoelde. Heel normaal natuurlijk, als je niet weet wat de grootschoot is dan kan je hem ook niet aantrekken.
Maar we waren op weg naar Breskens – of toch niet ?! Het bleek al heel snel dat we deze haven niet zouden halen. Op een bepaald moment bleven we voor Blankenberge hangen. We deden een slag in zee, gingen overstag en deden een slag landwaarts en tataaaaaa – daar was Blankenberge weer ! De combinatie wind / stroming zorgde ervoor dat we niet echt vooruit gingen. Ik was het allang beu, Cindy (wegens de kou en de ondertussen opkomende zeeziekte) ook en zelfs Patrick wilde liever snel aan land. Toen we bijna aan Zeebrugge waren kreeg Patrick ook last van zijn maag – niemand van ons had eraan gedacht om 6 uur na het eerste pilleke een tweede te nemen en we waren nu al 9 uur onderweg.
Vlak voor Zeebrugge moesten we dan het grootzeil naar beneden halen. Ik kan je wel zeggen dat dit niet om mee te lachen is ! Patrick en ik stonden aan de mast om te proberen het grootzeil naar beneden te trekken, maar dat ging niet zo goed met bevroren handen en in een stampende zee … we moesten wreed veel moeite doen om ons vast te houden.
Het duurde dan nog even voordat we in Zeebrugge aan de steiger lagen (de jachthaven ligt nu niet meteen dicht bij de zee) maar van zodra we vast lagen zijn we naar de toiletten gerend ! Daarna ging Cindy als eerste douchen, een tijdje later zijn Patrick en ik ook gegaan. Cindy is na de douche aan het eten begonnen, en na het eten en de afwas was het al 22u30. Bedtijd !
Zondag stonden we weer op om 8u. Cindy en ik gingen op zoek naar een bakker en tegen 9u30 konden we ontbijten. Tegen 11u zijn we dan vertrokken.
Gelukkig hadden we nu wind in de rug dus we konden een veel rustiger koers varen : voor de wind. Deze waaide ook minder fel (4 à 5 beaufort). We hadden de fok eerst helemaal uitgezet maar op het einde hebben we hem binnen gehaald en zijn op het grootzeil alleen verder gevaren. De drie reven van gisteren zaten er nog in maar gaandeweg zijn er daar twee van uitgehaald.
Ook de voor-de-windse koers kon Patrick zonder problemen aan. Toen we voor Oostende lagen moest het grootzeil terug naar beneden – vandaag ging dat veel vlotter dan gisteren. Het was ongeveer 15u15 toen we naar binnen vaarden. De schipper riep de sluismeester op om te vragen wanneer we de sluis in zouden kunnen – dat zou 16u zijn. Maar toen even later een jacht van Channel Sailing de sluismeester opriep met dezelfde vraag was het antwoord 17u ! We hadden dus nog tijd genoeg om te eten en af te wassen. Alleen nog even ergens aanleggen – dat werd dus naast een vissersboot. Dit ging niet vanzelf hoor ! Een beetje minder vaart om de landvasten vast te kunnen leggen had wel gemogen. En weer roepen hé ?!
Nou ja, na het eten konden we dus om 17u de sluis in – de reden voor deze lange wachttijd bleek de extreem lage waterstand te zijn. We legden aan in onze box, dan naar het toilet, opruimen, de boot kuisen, inpakken, koffers in de auto leggen en dan op de schipper wachten voor controle. Die was blijkbaar content met onze uitleg dat “alles in orde” was.
We zijn dan nog wat gaan eten in Oostende en tegen 22u30 was ik thuis. Moe maar tevreden (behalve over onze schipper).